jongensdroom

Later als ik groot ben word ik… brandweerman

Ahmed wist altijd al dat hij anderen wilde helpen én fysiek en mentaal uitgedaagd wilde worden in zijn werk. Hij wist alleen niet hoe en waar hij dat zou vinden. Totdat hij erachter kwam dat de brandweer precies aansloot bij zijn wensen. Inmiddels is Ahmed meer dan een jaar onderdeel van de brandweer en werkt hij er elke dag met veel plezier.

Waarom ben je brandweerman geworden?

‘Dat is een goede vraag, het was namelijk niet heel erg voor de hand liggend. Ik zocht iets waarbij ik mensen kon helpen, waarbij ik maatschappelijk betrokken kon zijn, maar ook iets wat een fysieke en mentale uitdaging voor me zou zijn. Dus eigenlijk iets waar ik zowel mijn lieve als strenge kant kon benutten. Ik vond dat uiteindelijk het meest binnen de brandweer. Daarnaast wilde ik ook graag sportief bezig zijn. Bij de brandweer is elke dag anders, wat me ook heel erg aanspreekt. Daar waar wij als lieve brandweermannen langs basisscholen en bejaardentehuizen gaan, zijn we aan de andere kant ook weer bezig met risicovolle keuzes maken tijdens een grote brand.’

Was het werken als brandweerman al een droom van je toen je jong was?

‘Ik heb altijd naast een brandweerkazerne gewoond in Amsterdam. Het was nooit specifiek een droom, maar mijn droom kwam uiteindelijk wel bij de brandweer uit. Waar ik van droomde was om fysiek lekker bezig te zijn, maar wel anderen te helpen. Het sloot allemaal het beste aan bij de brandweer. Ik kon er mijn vinger toentertijd gewoon nog niet op leggen.’

Wanneer kon jij als hulpverlener het verschil maken?

‘Eigenlijk op vele momenten. Vooral op de plekken waar de politie en ambulance op ons moesten wachten. Dus bijvoorbeeld bij een reanimatie of brand waarbij de brandweer de deur moet openen of slopen, of wanneer we iemand uit het water redden. Dat zijn toch wel momenten waarop je beseft dat het zonder de brandweer niet was gelukt.’

Wat doe je nog meer op een dag als er geen meldingen binnenkomen?

‘We beginnen altijd ’s ochtends om acht uur. Dan checken we alle auto’s of alles aanwezig is en alles goed werkt. Daarnaast hebben we dagelijks verschillende oefeningen of trainingen om up-to-date te blijven. We gaan ook langs bij buurtbewoners om rookmelders op te hangen en informatie te geven over wat te doen bij brand. We krijgen af en toe nieuw materiaal en gereedschap wat we dan gaan testen en sporten ook elke dag. We beginnen dus om acht uur ‘s ochtends en eindigen om acht uur ‘s ochtends, dus we slapen daar ook. En dan is het natuurlijk te hopen dat het alarm niet af gaat, haha! Je hebt binnen de brandweer gemiddeld drie diensten per week, dat betekent dat je drie dagen van 24 uur maakt.’

Welke oproep is je het meest bijgebleven?

‘Dat was de zelfmoord van een jongedame. Ze was best wel jong en liet ook nog eens een baby achter. Het eerste wat we te horen kregen was dat we een deur moesten openen. Op dat moment verwachtten we dat er iemand gereanimeerd moest worden en niet dat er een zelfmoord had plaatsgevonden. Toen we binnenkwamen en naar de achtertuin liepen, lag de dame daar op de grond. Ze was van het balkon gesprongen en ter plekke overleden.’

Wat is je mooiste redding geweest?

‘Je hebt natuurlijk ook heel mooie kanten aan de brandweer. Ik vind het altijd heel fijn als ik een kat kan redden uit een boom, haha! Maar eens hadden we een keukenbrand en daar hebben we een jong meisje en een kat uit de woning gered. Dan kom je met zoveel opluchting uit de woning en weet je weer waarvoor je het allemaal doet. Daar krijg je zoveel waardering voor, dat is altijd een heel bijzonder moment.’  

Wat is je grootste angst?

‘Dat we een collega of een ander persoon kunnen verliezen en dat we ergens niet naar binnen mogen om diegene te redden. Je hoort wel eens spannende verhalen van collega’s. Er was tien jaar geleden brand in de Marnixstraat, er waren twee meisjes binnen in een woning, maar de brandweer kon niet naar binnen omdat alles was ingestort. De brandweer hoorden de meisjes schreeuwen, maar op een gegeven moment stopte dat… Ze konden niet naar binnen en hebben alles geprobeerd om toch binnen te komen, maar het lukte echt niet. Dat soort dingen blijft je altijd bij, ook al is het “maar” een verhaal.’

Wat doe je wanneer je bang wordt tijdens een grote brand?

‘Eigenlijk ben ik tot nu toe nooit bang geweest. Ik denk dat het een heel grote brand zou moeten zijn voordat ik bang zal zijn. Maar mocht zoiets gebeuren, dat we bang worden, dan bespreken we dat met onze bevelvoerder. Die gaat dan kijken of het veilig is om naar binnen te gaan en motiveert ons om, als het veilig genoeg is, toch naar binnen te gaan.’

Zou je iets willen veranderen in jouw werkveld?

‘Nee, daar heb ik weleens over nagedacht, maar het leuke aan de brandweer is dat het elke dag anders is en dat het mijn baan dus nooit saai maakt. We helpen elkaar allemaal en zodra de melder afgaat, is het elke keer weer wat anders, positief of negatief, we kunnen altijd iets bijdragen en dat zou ik niet willen missen.’

Voor wie ga jij zelf door het vuur?

‘Voor elke burger!’

Wat is er in je werk veranderd ten opzichte van toen je begon?

‘Nieuw materiaal en nieuw gereedschap, dat verandert meestal maandelijks. Maar ik werk in Noord, en sinds de Noord-Zuidlijn is er ook veel veranderd. Dat is een nieuwe gevoelige plek en daar proberen we elke week weer over na te denken. Wat we moeten doen als daar een aanslag zou plaatsvinden of een grote brand zou uitbreken. We veranderen vaak de plannen en vernieuwen deze natuurlijk ook.’

Wat is je ambitie voor de toekomst?

‘Groeien binnen de brandweer of echt maatschappelijk in de stad Amsterdam een soort verantwoordelijkheid hebben. Met andere woorden wil ik voor altijd bijdragen aan de groei van de stad in welk opzicht dan ook.’

Vond je dit leuk om te lezen? Stay tuned want er komt meer ‘later als ik groot ben…’