Extraordinaire

Tattoo portret

Pieter de Leeuw is schrijver. Hij woont en werkt in Voorburg, waar hij schrijft aan zijn eerste Roman. In deze rubriek gaat hij opzoek naar vaders voor wie niets vanzelfsprekend is, en die een tatoeage hebben laten zetten, omdat ze iets van de liefde voor hun kind(eren) vast wilden leggen op hun lijf. Daarover praten ze, openhartig.

Het begon ermee dat Michel Dame (52) op een gegeven moment dacht: een tattoo kun je niet kwijt raken, hoe vergeetachtig je ook bent. 38 jaar oud was hij toen. Nu is zijn lichaam net een kladblok, aldus zijn vrouw. Zijn armen en benen staan vol met persoonlijke boodschappen. Hij noemt het zijn sieraden. Op zijn armen staan in hun eigen handschrift de namen van zijn kinderen en op zijn benen de tekeningen die zij hebben gemaakt.  

Hij had nooit aan een tattoo gedacht. Dat was iets voor anderen. Net als kinderen. Vier zonen heeft hij nu. De jongste is vijf, de oudste is negentien. Het zijn sterke jongens. Rugbyers zijn het. Nou ja, de jongste nog niet natuurlijk. Michel kan niet op een rustige toon over ze praten. Hij lacht en zegt: ‘Ik ben een blij man!’ Hij is bartender. In het wereldje is hij een grootheid. Binnenkort vliegt hij voor een dag naar Italië voor de opening van een club. Ze wilden per se hem hebben. Regelmatig gaat hij naar de Filipijnen waar het kantoor staat van het merk rum waar hij zich aan heeft verbonden. Ze noemen hem daar een bartender extraordinaire. Hij heeft geen baan, geen dienstverband. Hij heeft alleen maar klussen. Michel trekt een ondeugend gezicht. Alsof hij beseft dat hij een oude afspraak met zichzelf is nagekomen. Hij is nog steeds een jongen en hoe ouder hij wordt, hoe vrolijker hij daar van wordt. Komt ook door zijn zonen. ‘Ik kan gewoon niet lang zonder ze.’ Hij houdt van ze en dat mag de hele wereld weten. Maar zijn tattoos zijn alleen voor hem zelf. Wat kan hem het schelen wat een ander daarvan denkt. ‘Ze zijn op deze manier altijd dichtbij me.’ Hij stroopt de pijp van zijn broek op en laat de tekeningen zien. ‘Moet je deze ooievaar zien, die heeft Phil getekend, het lijkt wel een pelikaan.’ Kijkt hij er vaak naar? ‘Heel vaak.’

Wat is hij voor een vader? ‘Ik praat normaal met ze, dat heb ik altijd gedaan.’ Waar hij niet van houdt is als een ouder met een tekenfilmstemmetje roept: ‘Heb jij zo’n grote bah gedaan.’ Nee, Michel zegt: ‘Dus jij hebt je broek vol gescheten.’ Kinderen moet je serieus nemen. En aandacht en liefde geven. Daar hebben ze recht op. Eerlijk zijn is zijn motto. Over roken en drinken moet je niet spastisch doen. Zolang ze maar eerlijk zeggen wat ze doen. ‘Wat denk je dat ik uitspookte toen ik negentien was?’
Het belangrijkste is dat ze zichzelf zijn, wat eenvoudiger klinkt dan het is omdat je er sterk voor in je schoenen moet staan. Zijn vrouw geeft ze het goede voorbeeld zegt hij. ‘Mo is 1 meter 56, maar als het moet, hakt ze je kop eraf.’ Rugby doet veel goed. Behalve het sporten wordt er ouderwets op normen en waarden gehamerd. Maar op een vanzelfsprekende manier. ‘Eerst beuk je een jongen tegen de grond en daarna vraag je aan hem hoe het met hem gaat. Zo hoort het ook.’ Sporten is sowieso belangrijk. Iedere dag staat Michel om kwart voor zes op. Eerst gaat hij thuis sporten, na het ontbijt fietst hij met de jongste twee naar school.  

Zijn leven lang zit hij al in de horeca. In Amsterdam had hij jarenlang een winkeltje in antieke cocktailspulletjes. Hij werkte er voor Ron Blauw. Alles heeft hij wel zo’n beetje gedaan. Nu is hij bartender. Zijn roeping durft hij wel te zeggen. Hij wil gezegd hebben dat het niet om het drankje draait. Natuurlijk moet de cocktail goed zijn, maar een bartender is een man die de groep aan de andere kant van de bar vermaakt. Dat is zijn werk. Soms stroopt hij achter de bar zijn mouwen even niet op. ‘Je moet het een beetje aanvoelen.’ 

Na iedere klus gaat hij terug naar het huis dat in een smalle straat in Scheveningen staat, naar zijn vrouw en zijn jongens. Al zit de oudste sinds dit jaar intern in de Hogere Hotelschool in Amsterdam. Met zijn vrienden praat hij soms over het leven. Dan vraagt er iemand, wie verlangt er terug naar de tijd zonder kinderen? Michel schudt zijn hoofd. ‘Ik niet.’ 
                     

Tekst Pieter de Leeuw
Fotografie Pascale van Reijn