When in doubt, overdress!
De stijlregels van Arno Kantelberg
De slogan van stijlpastoor Arno Kantelberg? When in doubt, overdress! De voormalige hoofdredacteur van Esquire, en inmiddels oprichter van zijn eigen lifestyle platform en magazine ModMod, deelt met ons zijn ultieme stijlregels.
1. Ultieme stijlregel
‘When in doubt, overdress. Zo open ik de dag. Al twijfel ik niet vaak. Deze slogan geeft aan hoe ik in de wedstrijd zit. Zelfs toen we tijdens de lockdown aan huis gekluisterd zaten, droeg ik dagelijks een mooi jasje of pak met een stropdas. Tijdens het zoomen zat ik als enige netjes achter de laptop, terwijl anderen hun joggingpakken uit de kast hadden gehaald. Ik kwam niet buiten, maar dat weerhield me niet. Door me zo te kleden kwam ik in de werksfeer. Met kleding stap je namelijk in een bepaald gevoel. Denk bijvoorbeeld aan een zijden pyjama. Ik stel me hierbij voor dat ik met een sigaar voor de openhaard zit, dit geeft een andere sfeer. Als ik de auto ga wassen – wat een soort vreemde hobby van me is – draag ik wel een joggingbroek. Op die manier kies ik het uniform dat bij de taak hoort.’
ZIE OOK: DE STIJLREGELS VAN THIJS BOERMANS
2. Musthave
‘Een kasjmier sjaal, ook al is deze gewoon grijs, is een musthave voor de man in het Nederlands klimaat. Een andere musthave is een coltrui in midnight blue, donkerblauw dat naar zwart neigt. Een coltrui laat je er direct tien procent slimmer uitzien. Je kunt het gemakkelijk een chique look geven door er een blazer op te dragen of juist stoer combineren met een overshirt of spijkerjack. Dat is het fijne van een coltrui.’
3. Tip
‘Draag ook in de zomer een sjaal. Het heeft een esthetische functie, maar zeker ook een praktische. Wij fietsen hier stad en land af, zeker in Amsterdam neem je niet snel de auto. Op de fiets zweet je toch al snel. Een wit overhemd kun je dan naar de stomerij brengen, draag je daarentegen een sjaaltje dan voorkom je dat. Een zijden sjaal zit in de zomer heel lekker. Ik draag eigenlijk bijna altijd wel iets om mijn hals.’
4. Favoriet merk
‘Dit is de afdeling zelfpromotie, maar ik heb vanaf augustus een eigen collectie in de winkels liggen bij Dutch Dandies. In die collectie zitten alle items die ik mooi vind. Een double breasted jasje met een parmantige peak lapel – een rever met punt naar boven, en coltruien van crèmeachtig zacht wol. Jaren geleden kocht ik ook veel van het Italiaanse merk Aspesi.’
4. Niet meer doen
‘Een trend die ik helemaal niks vind, is die van de skinny broeken bij mannen. De broek als legging, oftewel de man als leverworst. We zijn er nog niet helemaal vanaf, maar die ellende hebben we wel lang genoeg gehad.’
5. Fijne trend
‘Dat alles wijder wordt. Waar ik erg van houd zijn de jaren veertig/vijftig wijde broeken met een rechte pijp en een hoge taille met een bandplooi. Die zie je nu steeds meer. Een beetje Cary Grant, Hollywoodstijl. Qua pakken ga ik ook zeker niet voor heel kort en strak. Een jasje mag ook breder zijn bij de schouders. Schoudervulling is voor mij net een stap te ver, maar het fijne daarvan is wel dat je niet naar de sportschool hoeft.’
6. Bossche bol-theorie
‘Ik heb een theorie bedacht, welke heet: de Bossche bol-theorie. Kleding is niet zozeer smaak, maar silhouet en kleur. Bij kleuren geldt dat het binnenste kledingstuk – zoals het overhemd en shirt – het lichtst van kleur moet zijn en hoe verder je naar buiten gaat, hoe donkerder de kledingstukken worden, net als een Bossche bol dus. Dat werkt gewoon beter. Kleding is net als literatuur, het is allemaal gelaagdheid.’
7. Accessoires
‘Een man heeft natuurlijk weinig sieraden om mee te pronken. Neem bijvoorbeeld het horloge of een manchetknoop. De afgelopen jaren zie je wel steeds meer dat mannen ringen, armbanden en kettingen dragen. Een accessoire kan een vrij neutrale outfit tien procent extra geven. Zelf draag ik een heleboel ringen, een stuk of zeven. Heel veel van deze ringen heb ik van mijn vrouw gekregen.’