liefde voor auto's
in gesprek met Automotive fotograaf Gijs Spierings
Toen Gijs jong was keek hij al veel plaatjes van auto’s in boekjes en op het internet en droomde hij van het maken van nog betere foto’s. Tegenwoordig schiet hij alle automotive foto’s voor onder andere La Fuente en heeft hij de dikste wagens voor zijn lens gehad.
Hoe is je liefde voor het maken van foto’s van auto’s ontstaan?
‘De liefde voor auto’s is er altijd al. Als we vroeger op vakantie gingen en ik zag ergens een vette wagen, maakte ik wel eens een foto met de digitale camera van mijn ouders. Ik was sowieso altijd wel plaatjes van auto’s aan het kijken in boekjes en op internet, maar die waren natuurlijk veel mooier. Toen dacht ik op een gegeven moment; dat wil ik ook kunnen. En zo is de interesse en passie voor het fotograferen begonnen.’
Wat was je eerste auto?
‘Mijn eerste auto was een oude, kleine Peugot 205 uit 1995 die we gekregen hadden van vrienden van mijn ouders. Die heb ik een tijdje gereden tot ik mijn eerste zelf betaalde auto kocht, een 1984 Toyota Celica Coupe ST, zo’n hoekige bak met van die klapkoplampen. Die was echt heel gaar en roestig, maar ik vond hem zó dik dat ik ‘m moest hebben.’
Wat vind je het belangrijkste in je foto’s?
‘Dat je als kijker moet blijven hangen in plaats van er gelijk voorbij kijkt, door middel van een interessante compositie en mooie belichting. Ik probeer over het algemeen ook wel een mooie balans tussen onderwerp en omgeving te houden.’
En waarin onderscheid je jezelf van anderen?
‘Als fotograaf creëer
je door de jaren heen een eigen stijl waardoor je je onderscheidt, bij mij is
dat de combinatie van licht, kleur, composities en algehele afwerking. Ik probeer
mezelf bij elke shoot weer te verbeteren en vernieuwen, maar die herkenbare
stijl blijft er altijd wel in zitten. Ik hoor mensen ook wel eens zeggen: ‘’Dat
is echt een Gijs Spierings-foto’’, zonder dat ze zien wie hem heeft gemaakt. Ik
denk dat dat wel een mooi compliment is en laat zien dat je een eigen stijl
hebt, dan merk je wel dat je je wat onderscheidt van anderen.’
Hoe ziet jouw gemiddelde week eruit?
‘Ik ben gemiddeld denk ik zo’n drie keer per week de deur uit voor shoots en heb af en toe een meeting bij een klant, de rest ben ik lekker thuis aan het werk. Daar bereid ik een deel van mijn shoots voor en ben ik vooral bezig met het bewerken van mijn foto’s, maar het verschilt echt per week. De ene keer ben je bijvoorbeeld een hele week in het buitenland en de andere keer de hele week thuis in de edit. Maar dat maakt het ook zo leuk.’
Wat is de grootste
uitdaging voor jou als fotograaf?
‘Ik wil mezelf continu verbeteren, want ik vind m’n werk nog lang niet goed genoeg. Soms werk ik aan een serie foto’s waarvan ik denk; ja man, dit is m’n beste werk tot nu toe, maar dan ben ik er na een paar dagen alweer op uitgekeken. Het is nooit goed genoeg, omdat ik nog lang niet op het level zit waar ik zou willen zitten. Ik denk dat ik dat daarom ook nooit zal halen haha, maar dat houdt je onbewust juist gemotiveerd om steeds weer mooiere dingen te maken. Ik ben een perfectionist, mijn beste werk is altijd het volgende.’
Hoe raak je geïnspireerd?
‘Vroeger keek ik altijd heel erg op naar de high end automotive fotografen. Ik lette altijd op hoe bepaalde details in een foto in beeld werden gebracht en daar leerde ik wel veel van. Nu kijk ik veel minder naar anderen en meer naar dingen buiten fotografie. Nu haal ik m’n inspiratie bijvoorbeeld weer veel uit films.’
Wat zou je graag nog
eens voor de lens willen hebben?
‘Poh, zo veel eigenlijk. Ik loop altijd met gekke ideeën rond, maar qua tijd zijn eigen projecten altijd lastig te realiseren. Ik weet dat Max Verstappen een Aston Martin Valkyrie krijgt, het lijkt mij wel heel gaaf om die samen te fotograferen.’
Je hebt onder andere samengewerkt met La Fuente, Anna Nooshin en JayJay Boske en bent met ze naar het evenement Streetgasm gegaan. Kun je ons daar meer over vertellen?
‘Voor La Fuente schiet ik bijna al zijn automotive content, dus als hij Streetgasm gaat rijden gaan wij mee om een week vol supercargeweld rondom hem vast te leggen. Elk jaar nodigt hij een andere co-driver uit in zijn auto en afgelopen jaar was dat Anna. Helaas had Job net voor de rally zijn been gebroken en kon hij zelf niet rijden in z’n nieuwe Techart Porsche, dus was ik dit jaar zijn driver en moesten we uitwijken naar een luxe vervangwagen om hem en Anna zo snel én comfortabel mogelijk van checkpoint naar checkpoint te knallen. Geen straf in een gloednieuwe 612pk sterke Mercedes-AMG S63. Je moet tenslotte de Lambo’s, Ferrari’s en Porsche’s een beetje bij kunnen houden he, haha.’
Welke foto(serie) die je
hebt geschoten is jouw persoonlijke favoriet?
‘Als ik nu iets zou moeten kiezen is het een recent project voor high end detailer PeeWee Automotive. Ik heb een toffe serie van drie geschoten met een Ferrari LaFerrari, Porsche 918 Spyder en een Lamborghini Murcielago SV waar het schuim als het ware van de auto aftrekt en de auto er “better than new” uitkomt. Zulke dingen zijn leuk om te maken, omdat het qua concept effe iets anders is als normaal.’
Je hebt met
verschillende automerken gewerkt zoals BMW, Mercedes-Benz en Rolls Royce, Welke
auto zou je zelf het liefst elke dag willen rijden?
‘Ik sta wel bekend als G-wagon fan, en dan de grootste versie ervan, de G500 4×4 Squared. Ik heb al een keer een knalgele meegenomen op roadtrip naar Noorwegen, verbruikte ongeveer een euro per kilometer, haha. Echt een flatgebouw op wielen, maar ik zou ‘m daily driven als ik de kans kreeg.’
Wat wil je graag nog
bereiken?
‘Mijn volgende goal is om grote autocampagnes te schieten en over de hele wereld mijn werk terug te zien op die grote bilboards. Ik wil mezelf continu verbeteren, nog creatiever worden en telkens opnieuw blijven uitvinden, maar het belangrijkste is dat ik gewoon plezier heb en leuke dingen mag blijven doen. Want eerlijk, dit is toch gewoon een droombaan.’
Wat is je droomauto?
‘Ik vind zo veel mooi, valt gewoon niet te kiezen. “If money ain’t a thing”, zet op dit moment naast die G-klasse maar een Pagani Zonda of Bugatti Divo.’