Het Scheepvaartkwartier in Rotterdam, gelegen rondom de Veerhaven aan de Nieuwe Maas, kent een rijke historie uit de 18e en 19e eeuw. Die bedrijvigheid veranderde door de jaren; van een drukke zeehaven waar schepen van heinde en verre hun lading losten en havenbaronnen in riante panden en villa’s aan de Parklaan woonden, naar een meer modern woon- en werkgebied dat inmiddels uniek mag worden genoemd. Die maritieme sfeer, de indrukwekkende historische panden en het vele groen zijn gebleven en maken het Scheepvaartkwartier tot een aantrekkelijk stukje Rotterdam. Hoe kan het ook anders met het Hotel New York aan de overkant van het water, de rivier de Nieuwe Maas en om de hoek een keur aan statige herenhuizen van de oude families van Van Beuningen, Mees en Jamin, allen gelegen dichtbij het Stadspark. Maar ook menig historisch pakhuis en havenkantoor, in allerlei verschillende architectuurstijlen, dragen bij aan dit Rotterdams Momentaal erfgoed. De witte, in bijna koloniale stijl gebouwde, monumentale panden aan de Westerkade, Javastraat en Zeemansstraat behoren wel tot de mooiste van deze oude stadswijk. En te midden van dat alles staat een klein parmantig koetshuis met stallen uit 1860. De gelukkige eigenaar en bewoner is interieurdesigner Dennis Koeslag die hier drie jaar geleden met zijn partner naartoe verhuisde. Natuurlijk bleef voor de architectuur het historische bespaard, maar door moderne toevoegingen won de ruimte aan allure en karakter.
Dennis Koeslag: ‘Mijn kracht als interior designer is dat ik panden op creatieve wijze kan herontwikkelen. Mijn werk kenmerkt zich door het gebruik van vernieuwende producten en exclusieve materialen. Daarbij heb ik natuurlijk oog voor detail zodat ieder project een eigen karakter meekrijgt, een eigen ziel en persoonlijkheid. Mijn doel is om inspirerende woon- en werkplekken te creëren die een mondiale sfeer uitstralen. Met ons eigen koetshuis is dat niet anders geweest’.
Loft
Door de naoorlogse groei van de Rotterdamse haven, hebben in het oude Havenkwartier vele pakhuizen en kleine fabriekjes hun eigenlijke functie verloren, maar inmiddels ook monumentaal erfgoed, zoals dit 19e eeuwse koetshuis. Deze historische panden beleven na vele jaren een tweede jeugd en worden omgebouwd tot loftruimte, een fenomeen overgewaaid uit SoHo, New York. Door de jaren heen ontstond er op deze manier een alternatieve wijze van wonen; grote open ruimten die naar eigen wens ingedeeld konden worden. Met soms een aangepaste verwarming, nieuw sanitair en elektra, maar vooral de bereidheid om open en flexibel te wonen, laat zich dit historisch erfgoed gewillig omtoveren naar prachtige en functionele ruimten. Soms herinneren stoere kolommen, oude fabrieksramen of ruwe materialen nog aan het rauwe industriële verleden. Door de hoeveelheid oude gebouwen rond de Veerhaven biedt Rotterdam ook vele mogelijkheden voor deze woonvorm en kan men spreken dat deze trend zich al enige tijd binnen de Rotterdamse stadsrenovatie heeft bewezen, waardoor het Scheepvaartkwartier op deze manier weer herleeft. De omgeving van het Stadspark heeft hierbij niet te klagen gehad, want de metamorfose van deze groene stadswijk met zijn magnifieke herenhuizen en stadsvilla’s is zeker al twintig jaar geleden ingezet, wat opvolging kreeg door menig creatieve geest die naar nieuwe mogelijkheden zocht in het Rotterdamse. Onder hen interior designer Dennis Koeslag: ‘We woonden al in het Scheepvaartkwartier en kenden de wijk al en zéker de monumenten die er stonden. Ik was altijd op de hoogte of er panden bij zaten die geschikt waren voor projectontwikkeling. Dit historische koetshuis voldeed daaraan. Je moest wél van goeden huize komen om de potentie te zien en daarbij ook doorzettingsvermogen hebben. Het is een Rijksmonument met daaraan gekoppeld dus een lang en intensief vergunningstraject en hoog kostenplaatje. Elementen die andere geïnteresseerden misschien hebben afgeschrikt. Het koetshuis stond voor de helft leeg en was slecht onderhouden. Origineel is het een koetshuis met stallen uit 1860. De paarden stonden op de plek waar nu de nieuwe keuken staat, erboven was nog een hooizolder. Wij besloten het oude koetshuis te kopen, te renoveren en er twee wooneenheden te creëren. Zelf wonen wij op de eerste verdieping – begane grond – waar ik ook mijn kantoor heb. We hebben het eerst laten strippen, ontdaan van alle “ballast” zodat we met een grote open ruimte konden starten. Maar je verloor jezelf in die grote open ruimte. Het was zo hoog, zo groot én lang, dus er moest een functionele en sfeervolle indeling bedacht worden, zodat er spannende ruimten ontstonden. Je krijgt zo’n ruimte, je bedenkt zo’n ruimte, maar je moet eigenlijk de ruimte voor zichzelf laten spreken. Er was behoefte aan intimiteit, daglicht en een buitenruimte. Met de introductie van die binnenplaats werden alle drie de elementen opgelost. Er komt gelaagdheid in de ruimte; van klein, opgedeeld én intiem gaat het over naar hoog, open én licht. Na intensief research vond ik in de buurt van Gent dertien gietijzeren puien. Deze puien zijn nu gebruikt als buitenkozijnen voor de binnenplaats en als binnenkozijn voor het kantoor. De verdeling van deze puien sluit mooi aan op de originele stalramen van het koetshuis. Samen met de houten beplating van de daklichten en de voorgevel zijn het de enige monumentale en historische elementen die het koetshuis nog rijk was. Met name de renovatie van de voorgevel vond ik heel belangrijk, een bepalend karakterelement van het koetshuis’.
Ben je benieuwd naar de rest van de foto’s en het verhaal achter het prachtige koetshuis? Je leest het in TalkiesMAN!