jongensdroom

Later als ik groot ben word ik… piloot

Roderick werkt al 23 jaar bij KLM, inmiddels is hij 47, maar al vanaf zijn veertiende was hij druk bezig met vliegen. Toentertijd in een zweefvliegtuig, nu als captain van een Boeing 777/787. Hij komt uit een vliegersfamilie en ook zijn vader was piloot bij KLM, ze hebben zelfs samen mogen vliegen. Roderick neemt ons mee naar zijn favoriete bestemmingen.

Waarom ben je piloot geworden?

‘Ik kom uit een vliegersfamilie, mijn vader vloog ook. Tijdens mijn jeugd was ik vaak op het vliegveld in Hilversum te vinden, daar woonden we pal naast. Daar ben ik op mijn veertiende dan ook begonnen met zweefvliegen. Het is eigenlijk zo dat het zich steeds verder ontwikkelt; ik ging vaak met mijn vader mee vliegen – hij vloog toen nog helikopter. Ik voelde me altijd thuis in de lucht. Ik was elke dag te vinden op dat vliegveld daar. Later realiseerde ik me dat ik er misschien wat mee moest doen.’

En hoe word je dan eigenlijk piloot?

‘Je begint met een toelatingstest op de vliegschool, dat zijn allerlei verschillende soorten testen om te kijken of je überhaupt geschikt bent om het beroep van piloot uit te oefenen. Dan moet je denken aan psychologische testen, sensor-motorische testen, rekentesten, testen om te kijken of je verschillende taken tegelijkertijd uit kunt voeren; eigenlijk alles waaruit blijkt dat je geschikt bent. Als je daar doorheen komt en je bent een van de gelukkigen die wordt aangenomen door alle aanmeldingen, dan vang je met de vliegopleiding aan. Dat is een redelijk korte, maar wel erg intensieve, studie van periodes theorie, afgewisseld met periodes waarin je alleen maar vliegt. Bij elkaar duurt dat zo’n twee jaar. Daarna moet je natuurlijk gaan solliciteren bij een luchtvaartmaatschappij en dan begint het verhaal eigenlijk weer van voor af aan. Dan moet je ook weer allerlei testen en toelatingsgesprekken ondergaan. Als dat uiteindelijk allemaal gelukt is ga je aan de slag bij een luchtvaartmaatschappij. Als je eenmaal bent aangenomen word je op een bepaald vliegtuig ingedeeld en een bepaalde functie. Dat is meestal in het begin als co-piloot of second officer. Ook volg je weer een opleiding voor een specifiek type vliegtuig. Je gaat dan een simulator in en start je een periode van twee á drie maanden waarin je helemaal klaargestoomd wordt voor dat type vliegtuig.’

Was het werken als piloot al een droom van je toen je jong was?

‘Nee, zeker niet. Ik vond vliegen heel erg leuk, maar ik had op die leeftijd andere ambities en interesses. Na mijn vwo-opleiding heb ik ook nog even in de militaire dienst gezeten en ben ik skileraar geweest. Toen ik door een geluk bij een ongeluk mijn kruisbanden scheurde tijdens mijn periode bij de militaire dienst, heb ik besloten aan de vliegopleiding te beginnen. Maar het was zeker niet mijn absolute ideaal vroeger. Ik ben nu wel heel erg blij dat ik het gekozen heb. Ik zei altijd tegen mijn vader: “Ik vind vliegen heel leuk, maar ik koop liever mijn eigen vliegtuig als ik 21 ben.” Nou, dat viel een beetje tegen, haha!’

Kun je ons meer vertellen over je eerste vlucht?

‘Dat was op een Boeing 747-400, een lange vlucht naar Hongkong. Het was natuurlijk heel erg spannend. Je hebt alles wel meegemaakt in simulatoren, maar dan loop je een echt vliegtuig binnen met honderden passagiers en gaat het allemaal écht gebeuren. Als je eenmaal in de lucht hangt met vierhonderd passagiers achter je, kan het echte werk beginnen. Dat geeft een heel machtig gevoel.’

Wat was je meest bijzondere vlucht?

‘Dat durf ik met zekerheid te zeggen: dat was de pensioneringsvlucht van mijn vader. Hij vloog ook bij de KLM, we hebben zelfs het voorrecht gehad om nog een tijdje samen te vliegen op de Boeing 737. Op die pensioneringsvlucht was mijn vader de captain en ik de co-piloot. Dat was heel bijzonder. We hebben toen een overnachting gehad in Lissabon, ik heb ‘s nachts de naam van het vliegtuig door de techneuten laten veranderen in de naam van mijn vader. Mijn vader is eigenlijk nooit zo emotioneel, maar toen moest-ie toch wel een traantje laten.’

Wat is je favoriete bestemming?

‘Dat is een lastige, dat zijn er veel! Maar wat ik vooral leuk vind is als het een bestemming is waar ik goed kan motorrijden. Ik houd echt van motorrijden! Dat zijn bijvoorbeeld San Francisco, Los Angeles, Kaapstad, maar ook Panama vind ik heel erg gaaf.’

Ben je wel eens in een spannende situatie terechtgekomen?

‘Ik heb een keer een noodlanding moeten maken. Ik vloog toen als co-piloot op een vlucht van München naar Amsterdam en op een gegeven moment ontstond er onverklaarbare rook in de cabine. Op zo’n moment, als je niet weet wat er aan de hand is, neem je het zekere voor het onzekere en geef je een noodsituatie door aan de verkeersleiding. Dan gooi je er een “mayday call” uit, krijg je prioriteit boven al het andere verkeer en land je binnen 35 minuten op het dichtstbijzijnde vliegveld. Gelukkig bleek het uiteindelijk niks te zijn, dus het was geen gevaarlijke situatie, maar het was wel spannend.’

Hoe ziet een week als piloot er eigenlijk uit?

‘Elke week is anders, maar bijvoorbeeld vorige week vloog ik naar Costa Rica, dat was een 48 uur stop. Dus je vliegt heen, komt er ‘s avonds aan en dan heb je 48 uur de tijd om leuke dingen te doen. Soms is het ook korter, dan vlieg je heen en heb je 24 uur om uit te rusten en dan vlieg je weer terug. Het is natuurlijk leuk om dat af te wisselen met langere trips zodat je wat tijd hebt om leuke dingen te doen in dat land. Meestal ben je bij terugkomst zo’n dag of drie, vier of vijf vrij en begint het weer opnieuw. Het hangt eigenlijk af van hoe groot het tijdsverschil is met de thuisbasis. Hoe meer dat is, hoe meer verlof het oplevert. Ik doe nu alleen de lange vluchten, dat zijn minimaal driedagentrips en maximaal zevendagentrips. Die vluchten doe ik eigenlijk altijd één per week. Mijn volgende vlucht staat gepland voor aankomende donderdag en dan vlieg ik naar Rio de Janeiro.’

Wat vind je leuker, stijgen of landen?

‘Landen! Daarmee ben je namelijk het meest actief bezig met het besturen van het vliegtuig. Opstijgen natuurlijk ook, dat doe je namelijk altijd met de hand, landen zou in principe als het zicht heel slecht is nog automatisch kunnen gebeuren. Maar tijdens het landen ben je toch wel het meest bezig met echt vliegen.’

Wat doe je in de tijd dat je in de lucht bent en het vliegtuig op automatische piloot staat?

‘We hebben een taakverdeling. De een is verantwoordelijk voor het hele vlieggedeelte en de ander is verantwoordelijk voor het contact met de verkeersleiding. Natuurlijk moet je voortdurend blijven checken of de automatische piloot alles doet dat wat je wilt dat-ie doet. Op de route kunnen ook onweersbuien hangen, waar je dan omheen moet, dat doen we ook handmatig. Buiten al dat checken en het contact met de verkeersleiding blijft er natuurlijk ook wat tijd over om te rusten. We hebben bedden aan boord waar we kunnen slapen of een filmpje kijken. En als dat erop zit bespreken we ook altijd even wat voor leuke dingen we gaan doen op bestemming. Afhankelijk van de vlucht moet je ook een x aantal uren slapen. Dat is wettelijk bepaald. Afhankelijk van het tijdsverschil en de tijdsvakken van de dag waarin je vliegt, hangt daar een minimale rust aan vast.’

Zou je iets willen veranderen in jouw werkveld?

‘Poeh! Ik ben momenteel bij mijn huidige werkgever meer dan tevreden en vind het type vliegtuig dat ik nu vlieg en het diverse routenet gewoon fantastisch! Ik vlieg echt de hele wereld rond, dus dat vind ik super. Dus wat dat betreft heb ik helemaal niks te klagen. Dan zou ik eerder denken, als ik richting mijn pensioen ga, aangezien dat als piloot redelijk jong is, als ik dan nog de puf heb om dan eventueel iets te doen voor mensen die in het bezit zijn van een privéjet.’

Wat is je droombaan?

‘Ik zou het heel gaaf vinden om goed muziek te kunnen maken of dj te zijn en daarmee mensen te kunnen verblijden. Maar dat is natuurlijk iets heel anders dan vliegen. Maar naast het vliegen zou het iets in de muziek zijn. Ik ben er niet per se mee bezig hoor, want het is er door het vliegen ook wel redelijk bij ingeschoten. Maar wat niet is, kan zeker nog een keer komen.’

Welke vlucht zou je nog eens graag willen maken?

‘KLM voert ook vaak vluchten uit naar de Olympische Spelen en die worden dan het laatste gedeelte vaak ook geëscorteerd door onze collega’s van de luchtmacht. Als ik dat dan zie ben ik heel trots op het bedrijf waar ik werk. Dus als ik dat nog eens zou mogen doen lijkt me dat hartstikke leuk. Dan vlieg je Nederland weer binnen en hangt er aan elke vleugel een F16 die je helemaal tot aan de baan begeleidt. Dat is meer dan prachtig.’