10 dingen die je nog niet wist over

Victor Mids

Wat je misschien nog niet wist, is dat Victor Mids van zijn achternaam eigenlijk Middelkoop heet. En zo hangt er natuurlijk nog veel meer mysterie rondom de illusionist. Veel daarvan zal voor ons een raadsel blijven en toch wisten we hem tien dingen te ontfutselen. Die lees je natuurlijk hier.

1. ‘Al sinds m’n twaalfde speel ik gitaar. Ik heb een akoestische en een elektrische, maar ik speel meer met de akoestische want daarmee maak ik de buren niet boos.’

2. ‘Ik hou echt niet van champignons. Ooit toen ik ziek was had ik die gegeten en nu associeert mijn brein de smaak ervan met me niet lekker voelen.’

3. ‘In het echt ben ik best wel klein – 1.74 meter ongeveer. Op televisie lijk ik langer en dus krijg ik vaak te horen dat ik kleiner ben dan mensen dachten. Daarom niet schrikken als je me een keer tegenkomt, haha.’

4. ‘Wat je vast nog niet van mij weet is dat ik heel goed kan tafeltennissen. Ik heb er nooit op gezeten ofzo, maar ik vind het een leuk spelletje. Als ik een tafeltennistafel zie staan ben ik ook altijd meteen afgeleid. Het zal wel komen doordat ik heel lang heb getennist.’

5. ‘Ik heb op een montessorischool gezeten, wat heel zelfstandig is en waar je alles zelf een beetje kunt uitzoeken. Ik denk dat daar dat eigenwijze vandaan komt dat ik op een dag gewoon besloot om een televisieprogramma te gaan maken. Ik zie het dus ook wel echt als een voordeel.’

‘Dat heeft ervoor gezorgd dat ik me prettig voel bij vrouwen’

6. ‘Ik ben echt een gadgetfreak – ik hou van nieuwe technieken. Mijn tofste gadget is een virtual reality-bril. Maar vooral heb ik fascinatie voor technologie omdat het iets magisch heeft. We weten vaak niet hoe, maar toch werkt het.’

7. ‘Ik ben de middelste tussen twee zussen. Dat heeft er wel voor gezorgd dat ik me prettig voel bij vrouwen. Op de een of andere manier gaan mijn illusies ook altijd net wat makkelijker bij hen.’

8. ‘Ooit heb ik iemands horloge gezakkenrold en niet teruggegeven; dat was ik vergeten. Ik doe dat wel eens op feestjes – dan pak ik mensen hun portemonnee of horloge – en die geef ik na de act natuurlijk weer terug. Maar aan het einde van de avond voelde ik in de kleedkamer ineens dat horloge nog in mijn zak zitten. Heel gênant.’

9. ‘Meer dan honderd keer per jaar treed ik op als spreker, vaak op congressen. Voor medici en banken bijvoorbeeld. Dan geef ik lezingen over gedrag en het beïnvloeden daarvan.’

10. Stiekem ben ik best wel zenuwachtig voor grote shows zoals in de AFAS Live. Ineens zijn er dan vierduizend paar ogen op me gericht. Het is heel spannend, omdat wat ik doe ook in die situatie natuurlijk een mysterie moet blijven.’

Fotografie AVROTROS